zaterdag 21 juli 2018

Kan det være anderledes?

Terugkijkend op deze tocht door Denemarken komt natuurlijk ook de gedachte op: kan det vaere anderledes? Natuurlijk kan het anders. Ik had slechts 2,5 week om te fietsen, vandaar dat ik deze route gekozen heb, maar als ik meer tijd zou hebben, dan zou ik het anders doen.

De Jutlandroute van Clemens Sweerman, 900 kilometer fietsplezier 


De route die je kiest is natuurlijk afhankelijk van de tijd die je hebt en van het weer, maar ik kan me het volgende  rondje goed voorstellen:
- De Jutlandroute fietsen vanuit Nederland tot het eind in Skagen
- Vanaf Skagen zijn er minimaal twee aantrekkelijke opties voor de terugtocht:
* met de boot naar Zweden (vanuit Frederikshavn naar Gotenburg) en dan langs de Zweedse westkust afzakken naar het zuiden en dan bij Helsingborg of Malmö weer oversteken naar Kopenhagen en zo verder langs de Deense oostkust richting Duitsland of, als je Kopenhagen overslaat, kun je natuurlijk ook de Zweedse kust blijven volgen en oversteken naar Duitsland)
* een andere optie is om vanaf Skagen een van de bewegwijzerde Deense nationale fietsroutes te nemen en wel nr. 5 (Skagen - Sonderborg) en dan bij Arhus of Vejen (via de nr. 6, Esjberg - Kopenhagen) richting Kopenhagen te fietsen. Daarna via nr. 9 ( Helsingor - Rodby) langs de kust weer richting Duitsland.

Wat je boeiend of leuk vindt onderweg is natuurlijk heel erg persoonlijk. Ik vond de geschiedenis van de Vikingen, die je vooral op Jutland overal vindt, erg boeiend. Niet te missen daarbij zijn Haithabu (bij de stad Schleswig), Ribe, Jelling en natuurlijk Roskilde maar ook Kopenhagen.

Kopenhagen is een fantastische stad om een paar dagen rond te kijken. Neem een Copenhagen Card en je kunt de 86 mooiste attracties van de stad gratis bezoeken en  gebruik maken van het OV of de  rondvaartboot voor als je even niet wilt fietsen. Overigens is Kopenhagen super fietsvriendelijk.

Kortom: Denemarken is, als je een beetje mazzel hebt met het weer, een prachtig fietsland. Qua landschap niet moeilijk en iedereen spreekt Engels en Duits, maar ja, een cursus Deens vooraf maakt het natuurlijk wel extra leuk! Hygge! 

De 'Lille Havnfrue', de kleine zeemeermin, in Kopenhagen





woensdag 4 juli 2018

Mij spreekt de blomme een tale...

Geen tocht zonder bijrijders. En vaak zijn die bepalend voor de vreugde onderweg. Als fietser alleen zijn het voor mij de mensen die ik ontmoet, de wilde planten in de berm, de vogels in de lucht, de geuren in mijn neus. Al deze indrukken samen geven een beeld van het land waar ik doorheen rijd.

'Mij spreekt de blomme een tale'. Dit simpele zinnetje behoort tot de beroemdste dichtregels van België. Als BB'er (Bijna Belg) is mij dit heel vertrouwd. Guido Gezelle*) brevierde als kapelaan al wandelend door het boerenland in de Westvlaanders. En daarbij genoot hij van ieder plantje, ieder beestje dat hij zag en schreef erover in zijn gedichten.

Al fietsend over het Deense platteland herken ik dat gevoel van Gezelle. Er zijn zoveel plantjes, vogels en andere dieren die kleur geven aan de dag. Die een verhaal vertellen over de streek waar ik doorheen fiets. Een verhaal wat ik deels wel, deels niet versta. Zo viel het me op dat er in Sleeswijk-Holstein zoveel lijsters zijn. Geen idee waarom, maar mooi klinkt het in ieder geval. Gemist heb ik de nachtegaal. Die had ik wel verwacht, maar ik heb er niet een gehoord.


De typische v-vorminge vlucht van de kiekendief

De vogels die ik het meest miste, waren de roofvogels. En dat is best gek. Denemarken vormt een knooppunt op de trekroutes van roofvogels en nu, buiten het trekseizoen, zag ik er maar bitter weinig. Ik telde één torenvalk, één buizerd en twee grauwe kiekendieven. Dat was alles op een tocht van een kleine 1000 kilometer, te bizar voor woorden. De Denen hebben het gebrek aan roofvogels overigens creatief opgelost. Zo gebruiken ze een soort stand-in bij aanplanten van dennenboompjes waar kleine zangvogeltjes de toppen van de dennen kunnen kapotmaken. Daar staat dan een fiberglas hengel met daaraan een plastic roofvogel aan een touwtje die 'vliegt' op de wind om de zangvogeltjes af te schrikken. Nou, geef mij maar een echte buizerd.



Wilde cichorei

Planten vertellen weer zo hun eigen verhaal. De wegranden zijn omzoomd door allerlei wilde bloemen en planten. Nu, in de voorzomer, overheersen de kleuren wit, lila, rood, blauw en paars. Later in het seizoen zullen er veel meer donkergele bloemen bloeien. Geen idee waarom het zo is, maar  het valt me ieder jaar op. Het voorjaar wordt gekenmerkt door pasteltinten, later in het seizoen volgen de volle, donkere kleuren.

In het graan zie je hier en daar prachtige blauwe korenbloemen staan. In de bermen worden deze afgewisseld door roze wilgenroosjes, witte kamille, vuurrode klaprozen en teerblauwe wilde cichorei. De planten vertellen hun eigen verhaal. Ze geven aan dat de grond waarop ze groeien geen zware klei is, maar lichte grond. Dat zie je ook aan het graan dat hier soms dun staat. De bieten reageren op de nu al weken durende hevige zonneschijn door hun bladeren te laten hangen, ze hebben dorst. Of, zoals de boeren zeggen: 'De bieten slapen.'

De allerbelangrijkste 'bijrijders' zijn zonder meer de mensen die ik ontmoet. Zowel in Duitsland als in Denemarken heb ik zoveel hartelijkheid mogen ervaren, daar kun je alleen maar dankbaar voor zijn. Bijzonder was het om onderweg mijn Deens te kunnen oefenen. Na tien (!) lessen ben je daar wel aan toe natuurlijk. Zonder gekkigheid, het was verschrikkelijk leuk om zo goed als kwaad als het ging de taal te spreken en te proberen om te begrijpen wat ik onderweg allemaal aan Deens las onderweg. En dat lukte nog heel aardig ook!
Openluchtgedeelte van Vikingmuseum Haithabu, vlakbij het museum.

De bijzonderste bijrijders van deze tocht, de Vikingen, zijn al eeuwenlang dood. Het beeld van ruwe, moordende, rovende en verkrachtende types die met kleine bootjes overal in Europa de schrik van brave mensen vormden, moest ik aanzienlijk bijstellen. Het was een mengeling van arme boerenzonen, kooplieden en kolonisten die probeerden te ontsnappen aan de armoede van het Noorden door rooftochten maar vooral ook handelstochten naar de rest van Europa te ondernemen. Koorknapen waren het zeker niet, maar de periode van 800 - 1100 was geen tijd voor teerbesnaarde zielen. Een leven was aanzienlijk minder waard dan in onze tijd. Het was overigens ongelooflijk wat de Vikingen presteerden om met hele simpele middelen zowat heel Europa te bereizen en grote delen van Engeland en hele stukken van Frankrijk in bezit te nemen. Ze bereikten zelfs Amerika! In de Vikingmusea van Haithabu en Roskilde kom je hele boeiende dingen aan de weet over deze ongepolijste voorvaderen van de Denen.
De Vikingschepen waren snel en hadden weinig diepgang waardoor ze rivieren op konden varen
I


*) Mij spreekt de blomme een tale

Mij spreekt de blomme een tale,

mij is het kruid beleefd,

mij groet het altemale

dat God geschapen heeft.


Guido Gezelle (priester-dichter uit Brugge, 1830-1899)

Kan det være anderledes?

Terugkijkend op deze tocht door Denemarken komt natuurlijk ook de gedachte op: kan det vaere anderledes ? Natuurlijk kan het anders. Ik had ...