Woensdag 20 juni; rustdag in Odense; Danhostel City (bij station); fris, 19 gr., harde wind, droog.
Iedere avond voor Frederik VII (1808 - 1863) naar bed ging, nam een van de lakeien Tyrk mee naar de koninklijke slaapkamer om daar even goed rond te snuffelen. Tyrk behoorde tot een speciaal ras, een soort Noordse wolfshond van ponyformaat met een karakter wat uitstekend paste bij zijn woeste uiterlijk. Na 10 minuten had Tyrk alle mogelijk aanwezige demonen weggejaagd en kon de koning met gerust hart de oogjes luiken. Belangrijk, want je wilt de volgende ochtend toch fris naast je bed staan als een nieuwe oorlog lonkt.
Het was een leerzame dag vandaag waarin ik heel wat heb opgestoken over de inwoners van Odense. En niet alleen over Frederik-
met-zijn-slaapproblemen. Verreweg de beroemdste inwoner van Odense is de zoon van een arme schoenlapper en een drankzuchtige wasvrouw, Hans Christian Andersen (1805 - 1875).
|
Ouderlijk huis van Andersen |
Als kind kon hij geen woord schrijven zonder taalfouten, maar zijn grote fantasie en het onmetelijke verlangen om verhalen te vertellen, maakten hem uiteindelijk tot een van de beroemdste schrijvers ter wereld. Naast 156 sprookjes schreef hij 14 romans en novellen, 50 toneelstukken en 1000 gedichten. En toch heeft hij zijn hele leven niet voldoende verdiend om te kunnen trouwen. Hij stierf eenzaam maar beroemd.
Over gebrek aan belangstelling heeft hij nu in ieder geval niet te klagen: verspreid over de hele oude binnenstad zijn niet minder dan vijf musea aan hem gewijd. Op die rondgang kom je ook nog langs het i
nteressante museum over Odense in de middeleeuwen, het cultuurhistorisch museum Møntergården, de prachtige dom en het indrukwekkende stadhuis. O ja, en langs het openluchttheater waar in de zomer kinderen zijn sprookjes naspelen. Verder vind je verspreid over de binnenstad allerlei fantasievolle beelden uit Andersens sprookjes. Nou, en als je dat allemaal gezien hebt, ligt er 15 km verderop nog een soort Andersens sprookjesdorp, maar daar had ik vreemd genoeg geen tijd meer voor.
Het was, kortom, een drukke dag want natuurlijk moest ik al die musea langs. Gelukkig was ik niet alleen, half China was er ook, maar die hoefden geen Deens te leren, de belangrijkste dingen zijn ook in het Chinees aangegeven.
Hans Christian Andersen leefde in een tijd die werd gekenmerkt door grote veranderingen. In zijn jeugd stierf 10% van de vrouwen in het kraambed, werd maar 60% van de kinderen volwassen, was de koning almachtig en konden veel mensen lezen noch schrijven. De maatschappij werd nog sterk beheerst door tal van middeleeuwse denkwijzen en gebruiken.Toen hij stierf in 1875 was dat totaal anders. De gezondheidszorg was verbeterd, de macht van de koning was gebroken, het analfabetisme bijna verdwenen en de techniek was sterk in opkomst.
In feite beschrijft Andersen in veel van zijn sprookjes hoe hij de maatschappij ziet. Een manier van kijken die vaak opmerkelijk modern is en getuigt van diep menselijk inzicht. Denk bijvoorbeeld aan de sprookje over
het lelijke jonge eendje (wat waarschijnlijk een verkapte biografie van Andersen zelf is).
Het is echt een aanrader om als je in de buurt bent een dag in Odense door te brengen.
Los van Andersen heb ik nog twee andere musea bekeken: het Møntergården over culturele geschiedenis en het museum over Odense in de middeleeuwen. En ook daar doet een mens veel wijsheden op.
Zo leerde ik dat de tijd na de Reformatie voor vrouwen beslist geen hemel op aarde was. In de 100 jaar nadat Luther in 1517 zijn fameuze stellingen publiceerde en daarmee niet alleen een religieuze maar ook een sociale vloedgolf teweegbracht, werden er in Denemarken niet minder dan 1000 vrouwen beschuldigd van hekserij en veroordeeld tot de brandstapel.
Dat ging niet zachtzinnig: eerst werd er een flink vuur opgestookt, waarnaast de heks in kwestie levend aan een ladder werd vastgebonden. Was het vuur hoog genoeg, dan werd de ladder rechtop gezet en in het vuur gekanteld. Alles onder toeziend oog van talloze vrome zielen uiteraard, want Netflix bestond nog niet.
Nog een praktisch weetje: onder de middeleeuwers die het zich konden veroorloven, was het goed gebruik je te laten begraven met een zwarte monnikspij in je kist. Dat scheelde jááren vagevuur. Jammer nou voor die vrome zielen uit de tijd van Luther: die hadden alle kloosters kort en klein geslagen, dus een pij voor in de kist zat er niet meer in.